Recent

Archieven

Onderwerpen

Meta

Navigatie met de sextant

Een sextant is een hoekmeter. Het meet de hoek tussen twee objecten, in de zeevaart meestal tussen de horizon en een hemellichaam. Om de hoek te kunnen meten heeft het instrument twee spiegels en een gradenboog. Een van de spiegels staat vast en de andere beweegt aan een arm, die over de gradenboog schuift. Om nauwkeurige aflezing mogelijk te maken zit er een stelschroef met minutenverdeling en een nonius op. Verder zit er een oculair op, een soort verrekijker, waarmee je scherp kunt stellen op de horizon, en verschillende filterglaasjes. Met de filterglaasjes voorkom je dat je met het blote oog in de zon kijkt. (Niet zo goed voor je). De horizonspiegel is halfdoorlatend, zodat je zowel de horizon als de gespiegelde reflectie van de zon of een ander hemellichaam kunt zien.

Hoe schiet je een zonnetje? Daarvoor zijn twee manieren: de zon naar de horizon brengen of de horizon naar de zon brengen. Zorg dat je eerst de goede filters voor de spiegel hebt, zodat je niet rechtstreeks in de zon kijkt. Breng je de zon naar de horizon (de makkelijkste methode), zet dan de hoekmeter op nul, de glaasjes voor beide spiegels en richt op de zon. Heb je de zon gevonden, houd die dan in de horizonspiegel, terwijl je de knijper indrukt, waarmee de gradenboog gelockt is. Beweeg de arm langs de gradenboog totdat de horizon in de horizonspiegel verschijnt. Waarschijnlijk moet je eerst de filters voor de horizonspiegel wegdraaien (pas doen als de zon uit het rechtstreekse zoekerveld is verdwenen), anders is het te donker. Laat de knijper weer los en draai nu aan de stelschroef totdat de onderkant van de zon precies boven op de horizon staat. Als je de sextant iets scheef houdt verkleint de hoek. Je wiebelt daarom de sextant een beetje, zodat je kunt zien dat je werkelijk de zon op de horizon hebt staan. Vervolgens lees je de gradenboog af, de minuteninstelling en de nonius om de gemeten hoek te vinden. Klaar is kees!

Is het zo gemakkelijk? Ja en nee.
1. Om een bruikbare meting te krijgen moet je eerst de instrumentfout bepalen.
2. Tegelijkertijd met de meting moet je het exacte tijdstip van de meting weten. Laat dus een ander de tijd aflezen of druk een stopwatch in.
3. De meting moet je corrigeren voor de ooghoogte. Ga ergens aan boord zitten waar je je goed schrap kunt zetten met flinke zeegang en meet wat je ooghoogte t.o.v. het water daar is.
4. je kunt het beste meerdere metingen doen en middelen.
5. Nu komt de grote truuk: het omrekenen van je hoek in een positie. Daarvoor heb je nodig:

a. de gemeten hoek.
b. het exacte tijdstip, en de datum
c. de instrumentfout en de ooghoogte
d. een tabel, bijvoorbeeld uit een nautische almanak of de Sight Reduction Tables for Air Navigation
e. als alternatief kan je een van de programma’s voor astronavigatie gebruiken

Uit dit alles krijg je een positielijn. Door je meting enige tijd later te herhalen kun je twee positielijnen tekenen en zit je ergens in de buurt van het kruispunt. Hoe dat allemaal moet is niet een twee drie uit te leggen. Zie o.a. de links onderaan deze pagina .

De pitfalls:

1. de plaatsbepaling met een sextant is alleen mogelijk als je zowel het hemellichaam als de horizon kunt zien (ofschoon dat laatste nog op te lossen is met een waterpasje op de sextant, wel minder nauwkeurig). Werkt dus niet bij bewolkte hemel en mist.
2. de nauwkeurigheid ligt rond de drie mijl, maar kan veel slechter zijn.
3. goedkope sextanten vervormen sneller, waardoor grotere onnauwkeurigheden onststaan.
4. Laat de sextant tussen twee metingen niet in de zon liggen! Opwarming geeft vervorming.
5. het kan aardig moeilijk zijn op een jacht op de oceaan met flinke zeegang de plaats van de horizon te bepalen! kan een flinke fout veroorzaken. En ook je ooghoogte varieert erg tussen een golfdal en een golftop bij 4 meter hoge golven!
6. je hebt een nauwkeurig uurwerk nodig.
7. je hebt bijgewerkte tabellen nodig.
8. om je positieverplaatsing tussen twee metingen te kunnen bepalen heb je een nauwkeurig log nodig, een goed kompas en een schatting van de stroming.

Ondanks al die moeilijkheden is het toch goed mogelijk met een sextant te navigeren, zolang je maar ver genoeg van het land verwijderd bent. Dichterbij is het te onnauwkeurig, maar dan kan je het land tenslotte al zien en heb je extra mogelijkheden voor plaatsbepaling. Een eiland als Madeira, wat je op pakweg 50 mijl afstand al kunt zien liggen zal je niet makkelijk missen. Laagliggende eilanden als bijvoorbeeld de Bahama’s zijn moeilijker. Daar vind je dan ook veel scheepswrakken omheen.

Kijk in ieder geval ook even op wikipedia. Zowel de nederlandse: hhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Sextant_(navigatie) als de engelse wiki: http://en.wikipedia.org/wiki/Sextant. Die laatste is veel uitvoeriger en heeft meer plaatjes. Ze hebben allebei dezelfde animatie van het zonnetje schieten.

Meer info over de bewerking van je metingen vind je op Ankie Eeken’s blog: http://blogger.xs4all.nl/aeeken/articles/416143.aspx