een AIS aan boord
AIS ontvanger en transponder
AIS of Automatic Identification System is een op radio gebaseerd systeem, waarmee schepen hun positie, koers en snelheid kunnen uitzenden, samen met informatie zoals naam en bestemming. Het is een systeem bedoeld om aanvaringen te helpen voorkomen. Met een ontvanger aan boord kun je die signalen opvangen, vertalen en weergeven op bijvoorbeeld een kaartplotter. Daarmee kun je alle schepen met AIS in een straal van 10-20 mijl om je heen zien. De software in de kaartplotter berekent vervolgens aan de hand van je eigen koers en snelheid waar en wanneer een schip dicht in de buurt komt. Omdat AIS voor schepen boven 300 ton verplicht is, kan je meestal alle grote jongens zien. En een heleboel kleinere schepen hebben de voordelen van het systeem ontdekt en hebben ook AIS aan boord.
Live op Internet
Je kan live schepen zien via het Internet op www.marinetraffic.com. Deze weergave is afhankelijk van walstations -meest universitair of vrijwilligers- die het signaal oppikken en naar deze website sturen. Daarom worden ook lang niet alle schepen weergegeven, alleen schepen in de nabijheid van een walstation. Als schip zie je zelf alleen de schepen in een straal van 20 tot 40 mijl om je heen, alhoewel we soms schepen op een afstand van meer dan 100 mijl kunnen zien. Het systeem dekt lang niet alle scheepvaart, je moet blijven uitkijken en bij mist ook je radar gebruiken. Maar het is erg prettig voor je gemoedsrust als je zo’n reus op de horizon ziet verschijnen en nu al weet dat hij op 3 mijl voor je langs gaat.
Oversteken drukke vaarwegen
Bij het oversteken van drukke verkeerslanen zoals op de Noordzee of in het Kanaal en in de haven van New York is het een zegen. De prijzen van AIS-transponders waren voor we vertrokken nog zo hoog, dat we aanvankelijk alleen een ontvanger hebben aangeschaft. Inmiddels zijn de prijzen voor de klasse-B zendontvangers zover gedaald dat we er toch maar een hebben aangeschaft. Daarmee zijn wij zelf ook zichtbaar voor de grote schepen, mits die een klasse-B ontvanger hebben.
-
Hoe installeer je een AIS in je schip?
Een AIS-ontvanger of zendontvanger werkt op de marifoon of VHF frequenties 161.975 MHz en 162.025 MHz (de oude kanalen 87 en 88). Dat betekent dat het apparaat een marifoonantenne nodig heeft. Dat kan een eigen antenne zijn of je kan de antenne van de marifoon gebruiken. Dan moet er wel een zogenaamde antennesplitter tussen. Die splitter moet verhinderen dat het zendsignaal van het ene apparaat rechtstreeks in de ontvanger van het andere apparaat komt en daarmee de ontvanger opblaast. Wat is het beste? Dat hangt er van af wat je wil. De marifoonantenne zit meestal boven in de mast en door die te gebruiken krijg je een maximaal bereik voor de AIS-zender en ontvanger, zonder dat je een extra kabel door de mast hoeft te trekken. Als je alleen de schepen in een straal van enkele mijlen om je heen wil zien en door hen gezien wil worden is een lagere antennepositie mogelijk, bijvoorbeeld op de hekreling.
GPS positie nodig
Overigens is voor de werking van de AIS -zender en ontvanger- een GPS-positiesignaal nodig. Dit kan van een aparte GPS-ontvanger komen of is soms ingebouwd in het AIS-kastje. Sommige AIS-ontvangers hebben een eigen schermpje (de NASA bijvoorbeeld), andere moeten aangesloten worden op een kaartplotter of PC om de ontvangen gegevens weer te geven. Een AIS heeft dus in principe 4 aansluitingen: voedingsspanning, GPS-signaal of antenne, VHF-antenne en PC-of kaartplotteruitvoer.
- Met welke apparaten hebben we ervaring?
Onze eerste AIS was een NASA met eigen schermpje. Het belangrijkste voordeel is dat het een zelfstandig systeem is, weinig energie kost en toch alle schepen in je omgeving grafisch weergeeft (niet alleen in een lijst). Nadeel is het vrij kleine scherm en de onmogelijkheid de uitvoer door te geven aan een PC of kaartplotter. We vonden ook de ontvanger niet zo gevoelig.
We wilden graag de schepen om ons heen op onze kaartplotter zien. Dat was namelijk ons primaire navigatiemiddel, waar ook alle boeien op staan en de omliggende obstakels. Daarom hebben we een Easy-AIS aangeschaft, samen met een Easy-splitter. Deze combinatie werkt goed, met twee opmerkingen. In de eerste plaats start de AIS-ontvanger soms niet op, zodat we hem weer aan en uit moeten zetten, waarna het apparaat verder goed werkt. Dit betekende dat we een aparte schakelaar moesten installeren. In de tweede plaats sloeg de Raymarine kaartplotter soms op hol bij sommige AIS-signalen. Daarbij begon de kaartplotter zomaar te herstarten, soms drie keer achter elkaar, en vooral in de buurt van een haven met veel AIS-verkeer, niet de beste plek om de kaartplotter te laten uitvallen. Dit is inmiddels opgelost met een nieuwe softwareversie voor de kaartplotter.
Een eigen AIS-transponder
Inmiddels hebben we een AIS-transponder aangeschaft. De aansluitingen blijven hetzelfde, alleen werkt de Easysplitter niet met twee zenders (de marifoon is een zender, de AIS-transponder is er ook een). Dat betekent dat we die ook moeten vervangen. Onze AIS-transponder is een WestMarine 1000, eigenlijk hetzelfde als de AIS-CTRX of AIS-250. De antennesplitter wordt een Digital Yacht SPL250 splitter.
Welke aansluitingen moet je maken?
1. Antenne
Een AIS is een (zend-)ontvanger in de marifoonband en heeft een gewone marifoonantenne nodig om te functioneren. De antenne kan laag of hoog gemonteerd worden. Hoe hoger de antenne, hoe groter het bereik. De antenne mag niet dichter dan ongeveer 1 meter bij de marifoonantenne staan, om doorbranden van de ontvanger door een sterk zendsignaal te voorkomen. Als alternatief kun je een antennesplitter gebruiken. Daarmee kun je de marifoonantenne ook gebruiken voor de AIS. Let wel op, voor een AIS-zendontvanger heb je een andere splitter nodig dan voor een AIS-ontvanger zonder zender.
2. Voeding
Meestal 12V, soms ook 24V. Sluit de voeding aan via een 1 amp zekering. Wij hebben er ook nog een schakelaar tussen, zodat we de AIS uit kunnen zetten om stroom te besparen.
3. GPS
Een AIS-zendontvanger heeft een ingebouwde GPS. De simpelere ontvangers hebben dat niet. Je moet dus een GPS signaal aanbieden. Meestal kan dat via een NMEA 0183 aansluiting, soms ook via SeaTalk als je een Raymarine instrument hebt. Heeft het apparaat een ingebouwde AIS dan moet er meestal een AIS-antenne aangesloten worden (zo’n paddestoeltje).
4. Beeldscherm
Als de AIS-ontvanger geen eigen beeldscherm heeft moet het AIS-signaal worden doorgestuurd naar een beeldscherm, meestal een computer of kaartplotter. De scheepsgegevens kunnen als tekst worden weergegeven, maar het is ook mogelijk de scheepsposities in een kaart te plotten. Mooi is dat je dan de schepen ook op de zeekaart kunt zien met hun positie in relatie tot boeien, vaargeulen enzovoorts. Daarvoor kan weer een NMEA 0183 aansluiting gebruikt worden. Maar let op: voor het AIS-uitgangssignaal is een baudrate van 38400 nodig (de standaard baudrate van NMEA 0183 is 4800 Baud). Dat kan tot problemen leiden als de baudrate voor de uitgang op 38400 moet worden gezet maar voor de ingang (vanwege het GPS-signaal) op 4800. Soms kan dat apart worden ingesteld, soms heb je er een baudrateconverter voor nodig.
AIS aansluitschema aan boord van de Yara