« Arkel en Jutphaas | Main | We zitten er warmpjes bij »
De Vecht
By Poll | October 6, 2012
De herfst is nu onmiskenbaar begonnen. We varen Jutphaas uit onder een sombere, grijze, koude en natte hemel, blij dat we een motorboot met stuurhuis hebben. Bruggen en sluis draaien vlot, op de AIS zien we een schip op het Amsterdam-Rijnkanaal aankomen nog voor we het om de hoek kunnen zien. We maken een omtrekkende beweging en zijn dan op die grote klotsbak. Het is niet overdreven druk, maar het water blijft voortdurend in beweging door al die snelvarende binnenvaarders. Net voorbij Utrecht, tussen Oud-Zuilen en Maarssen schieten we de Vecht op, onder een lage brug door en door een smalle keersluis, waar een van de bolfenders een lange scheur oploopt als we tegen de wand van de sluis worden gedrukt door het woelige water van het kanaal.
De Vecht is meteen stil. Er staat een beetje stroming, het water wringt zich tussen de oevers door, die hier erg dicht bij elkaar liggen. We komen een andere, iets kleinere Doggersbank tegen, verder is het rustig op het water. Maarssen met zijn bakstenen huisjes aan het water glijdt voorbij, dan komen de grote buitenplaatsen aan de Vecht. Leeuwenburg, Cromwijck, Slangevecht, Oudaen, Nijenrode. Er is de laatste week veel aandacht voor de buitenplaatsen, en hier zien we ze in al hun glorie staan. Zelfs het druilerige weer kan niets van hun statigheid afdoen.
In Breukelen parkeren we de boot langs de passantenkade. In de loop van de middag en avond vaart er toch van alles voorbij, voornamelijk sloepen en een enkele partyboot. Echt druk kan je het niet noemen, maar we hebben genoeg te zien. In Breukelen doen we boodschappen en we lopen naar Scheendijk. Op de website van een werf daar stond, dat ze pullpins voor bimini’s verkopen en laten we die nou net nodig hebben. Bij de werf aangekomen kijken ze ons verbaasd aan, vragen of het voor een van hun boten is en als dat niet het geval is weigeren ze ons er een te verkopen, want ze zijn groothandel en importeur en leveren niet zomaar aan particulieren. Of we maar de hele Scheendijk willen aflopen om aan de andere kant een winkel te vinden die ze misschien zou kunnen verkopen. We zitten er niet acuut om verlegen, dus we laten het maar even zitten.
Na twee dagen Breukelen gaan we weer verder, via Loenen en Vreeland naar Nederhorst ten Berg. Aan een mooie lange steiger aan de dijk bij de camping met uitzicht op de draaiende molen leggen we aan. Het blijkt een half uurtje lopen naar Nederhorst ten Berg, waar de Albert Heijn een verjaardag viert met een wafelbakker voor de deur. Liggend aan de steiger laten we de eerste najaarsstorm overkomen. We meten windkracht 7 met windstoten tot 80 km per uur, we hebben er betrekkelijk weinig last van, want de wind staat recht op de kop.
De boten, die achter ons in de bocht liggen hebben er meer last van, zij liggen met de flank op de wind en worden tegen de steiger gedrukt. Zelfs op de smalle Vecht staan er koppen op het water. Als ook het laatste spoortje van het slechte weer is verdwenen varen we Nigtevegt voorbij om daar weer aan de andere kant van Nederhorst ten Berg aan te leggen. Op dit stuk van de Vecht wordt gebaggerd, we zien regelmatig lege en volle modderschuiten langsvaren.
Het weer blijft nu wisselvallig en onrustig. We besluiten om op een rustige avond het IJsselmeer over te steken. Eerst varen we naar een steiger tussen Weesp en Muiden om te wachten tot de wind wat gaat liggen. Na het avondeten vertrekken we naar de sluis, die ook weer vlot draait en dan zijn we eindelijk weer op het IJsselmeer. Een veel te hard varende visser zorgt voor wat deining bij de ingang van de pieren, voor ons vaart een driemaster met drie dwarse zeilen voorbij. We moeten de vaargeul van Amsterdam naar Lelystad oversteken en ook hier is de AIS weer behulpzaam. In de schemering zijn de diepliggende binnenvaarders niet zo makkelijk te zien, op de AIS zien we dat er een stuk of scht schepen varen. Het ziet er naar uit, dat we er net tussendoor kunnen. Het blijft altijd even spannend, maar op ruime afstand passeren we de schepen. Het duister valt nu snel, de vuurtoren van Marken licht op. We varen met de radar aan, AIS en GPS erbij naar een punt net ten oosten van het licht van Marken.
Er liggen twee kardinaaltonnen en een groene boei rond de punt van het eiland, maar die zijn alle drie niet verlicht en moeilijk te zien in het donker. Op de radar zijn er twee te zien, de derde blijft ook voor het electronisch oog onzichtbaar. Het wordt spannend, want we moeten nu mikken op een groen knipperlicht in de verte voor Volendam, maar er liggen nog drie blinde tonnen voor. Een voor een weten we ze te vinden, dan draaien we de Gouwzee op. Hier wordt de situatie nog onoverzichtelijker. Nu zijn er blinde tonnen aan beide zijden van het vaarwater en er vaart ook nog een enorme platbodem. Die gaat voor ons door de wind en verdwijnt dan uit ons vaarwater.
De bemanning wordt de boeg in gestuurd, om met een zaklantaarn op de onverlichte tonnen te schijnen. Er zit een reflectiestrip op, zodat we ze uiteindelijk allemaal kunnen vinden. Ook nu helpt de radar enorm. In het laatste stuk voor Monnickendam vliegen ineens honderden watervogels op, die hier lagen te slapen, niet erop verdacht dat er ‘s avonds nog onverlaten met een motorboot hun nachtrust zouden komen verstoren. Dan zijn we weer in de haven. Het plekje, dat we toegewezen hadden gekregen bleek te klein, het alternatief is wel groot genoeg. Om tien uur liggen we vast, rust.
Topics: Nederland, Onderweg | Comments Off on De Vecht
Comments are closed.