Recent

Archieven

Onderwerpen


« | Main | »

Het eiland Anholt

By Poll | August 24, 2011

De zon piept tussen de wolken door en geeft een prachtig strijklicht als we ‘s ochtends om zeven uur door de haven van Göteborg varen. Er staat weinig wind, maar we deinen wat af op de golven van de veerboten, die kris-kras over de Göta varen. Ook de catamaran veerboot van de Stena Line kan er wat van. Net buiten de monding van de Göta beginnen de scheren van Göteborg. We hadden hier wel een paar dagen willen blijven, maar dat bewaren we voor een volgende keer. Nu eerst maar eens een flink stuk naar het zuiden varen, voordat het slechte weer ons in zijn greep krijgt.

De scheren, die aan de westkust heel wat kaler zijn dan aan de oostkust, liggen er prachtig en uitnodigend bij. In anderhalf uur zijn we er uit, dan krijgen we een stuk waar we de deining van gisteren van opzij binnen krijgen en nog aardig mogen rollen en stampen. Gelukkig staat alles deze keer zeevast binnen. Na dertig mijl draaien we de steven van zuidoost naar zuidwest en laten we de zweedse kust achter ons. Het oversteken van de grote vaarroute tussen Skagen en de Grote Belt blijkt met de AIS weer erg gemakkelijk, al liggen er wel erg veel vissers in de weg. Die vissers hebben hier trouwens ook allemaal AIS, wel zo fijn met al die grote schepen in de buurt.

Na 10 uur varen bereiken we om vijf uur Anholt. De aanloop met hulp van de GPS blijkt niet moeilijk, ook al hebben ze hier geen tonnen liggen. In de haven, die ‘s zomers wel 600 boten kan bevatten is het relatief rustig. De hekboeien zijn weggehaald en iedereen ligt langszij. Er is ruim plaats voor ons aan de lange steigers. Twee uur later komt er een vloot nederlandse motorboten binnen, waar een van onze zusterschepen, de ‘Jacob’ bij zit. Ze komen achter ons liggen en we gaan meteen even kennis maken. We mogen ook even aan boord kijken, wat altijd leuk en leerzaam is. Deze 40 jaar oude schepen zien er nog fantastisch uit met goed onderhoud. En zij hebben natuurlijk weer andere dingen aangepast. Ze hebben het schip al 21 jaar, dus die weten er veel meer van dan wij.

De volgende dag waait het flink en we besluiten Anholt maar te gaan bekijken. Anholt drijft eenzaam in het Kattegat. Haar zusje Laesö drijft honderd kilometer naar het noorden en het dichstbijzijnde vasteland -het deense Jutland- is 45 kilometer naar het westen. Met een veerboot, die maar een keer per dag gaat en helemaal niet op woensdag en zondag, kan het aardig eenzaam worden voor de 160 vaste bewoners van het eiland. Ze moeten dan ook in alles zelf voorzien. Ze hebben een eigen dokter, pastor en supermarkt. Het eiland is beroemd om zijn vele mossen -rond de driehonderd verschillende- en zijn zeehondenkolonie op de noordoostpunt van het eiland.

Bij ons wandelingetje door het dorp blijkt, dat het geen fotogeniek dorp is. De huizen staan goed beschut verscholen tussen bomen en hagen. Erg veel huizen hebben eterniet golfplaten daken, alsof de daken er een keer allemaal afgewaaid zijn en iemand een ladinkje van die lelijke golfplaten over had. De straten zijn niet verhard, alleen de weg van de haven tot het begin van het dorp is geasfalteerd. Het is er erg rustig, de paar mensen die we tegenkomen zijn yachties net als wij. We kopen brood bij de Brügsen en we plukken bramen onderweg naar de haven. Die beginnen goed rijp te worden hier.

De nederlandse club vaart ‘s middags weer uit, wat een mooi gezicht is. Wij blijven nog een nachtje en gaan morgen naar Hou op Jutland, ijs en weder dienende. De voorspellingen voor het weekeinde en de dagen daarna zijn somber. Er komt een depressie over met veel wind en waarschijnlijk ook wel een buitje of twee.

Topics: Denemarken, Onderweg, Zweden | Comments Off on Het eiland Anholt

Comments are closed.